Paolo Conte (06-01-1937)

Paolo Conte is een Italiaanse zanger, componist en pianist, geboren op 6 januari 1937 in Asti, Italië. Hij begon zijn carrière als advocaat, maar zijn passie voor muziek bracht hem al snel in de wereld van jazz, chanson en popmuziek. Conte staat bekend om zijn rauwe, doorleefde stem en zijn unieke mix van jazz, blues en Italiaanse muziek.

Zijn bekendste hit in Nederland en België is “Max”, een melancholisch nummer uit 1987. Het lied werd een groot succes en blijft een favoriet onder liefhebbers van Italiaanse muziek. Andere bekende nummers van hem zijn “Via con me” (met de iconische tekst “It’s wonderful”) en “Gelato al limon”.

Conte wordt vaak vergeleken met chansonniers als Jacques Brel en Charles Aznavour en heeft wereldwijd een trouwe schare fans. Zijn muziek wordt nog steeds veel gedraaid, en hij treedt af en toe nog op.

Hans de Booij stopt met zingen

Hans de Booij, bekend van de hit Annabel, heeft zijn zangcarrière moeten beëindigen vanwege de aanhoudende gevolgen van long covid. De 67-jarige zanger kampt met ernstige vermoeidheid en ademhalingsproblemen, waardoor optreden niet langer mogelijk is.

De Booij raakte drie jaar geleden besmet met het coronavirus en werd ernstig ziek. “In het UMC in Amsterdam belandde ik op de intensive care en gleed ik een nachtmerrie binnen”, vertelt hij in De Telegraaf. “De dood riep me. Bij het raam zag ik een man die naar boven wees, alsof de hemel op me zat te wachten. Maar diep van binnen hoorde ik een stem die zei dat ik niet moest gaan. Toen ben ik spontaan het Onze Vader gaan bidden.”

Hoewel hij de ziekte overleefde, bleef De Booij kampen met long covid. Zijn energieniveau is drastisch afgenomen, en zelfs een kort optreden vergt te veel van zijn lichaam. “Bij ieder concert moet ik alles geven om voldoende geluid te produceren. Na drie liedjes heb ik een hele dag nodig om bij te komen,” legt hij uit. “Ik heb lange tijd gehoopt dat de klachten zouden verdwijnen, maar die hoop heb ik nu laten varen. Er zit niets anders op dan stoppen.”

Zijn laatste optreden vond vlak voor de jaarwisseling plaats in Den Haag. In een eerder interview gaf De Booij al aan dat hij afscheid nam van zijn zangcarrière, maar nu bevestigt hij dat een terugkeer uitgesloten lijkt. “Ik was graag doorgegaan, maar ik heb de kracht niet meer. Er moet een wonder gebeuren wil ik ooit nog de studio in gaan of op het podium staan. Zoals mijn conditie nu is, kan dat gewoon niet meer.”

De Booij heeft besloten Nederland te verlaten en binnenkort naar vrienden op het eiland Gozo bij Malta te verhuizen. Daar hoopt hij rust te vinden en een nieuw hoofdstuk in zijn leven te beginnen.

Chris Stein (5-1-1950)

Chris Stein is een Amerikaanse gitarist, songwriter en producer, vooral bekend als medeoprichter van Blondie. Hij werd geboren op 5 januari 1950 in Brooklyn, New York, en speelde een cruciale rol in de opkomst van de punk- en new wave-beweging in de jaren ‘70 en ‘80.

Samen met Debbie Harry schreef hij enkele van Blondie’s grootste hits, waaronder “Heart of Glass”, “Rapture”, en “Call Me”. Naast zijn muzikale talent staat Stein bekend als een gepassioneerd fotograaf, die de opkomst van de New Yorkse punk- en kunstscene vastlegde.

In de vroege jaren ‘80 kreeg Stein te maken met gezondheidsproblemen door pemphigus, een zeldzame auto-immuunziekte, wat tijdelijk het einde van Blondie betekende. Later herstelde hij en hielp hij de band opnieuw samen te brengen in de late jaren ‘90.

Hoewel hij in 2019 stopte met touren vanwege atriumfibrilleren, blijft Stein actief in de muziek en publiceerde hij in 2023 zijn memoires Under a Rock.

LP Surfin’ USA

The Beach Boys beginnen op 5 januari 1963 in de Western Recorders-studio in Hollywood aan de opnamen van hun tweede LP Surfin’ USA. Tijdens een drie uur durende sessie nemen zij de eerste versies op van Surfin’ USA en Shut Down. De rest van het album wordt in de daaropvolgende weken voltooid, waarbij de opnamen op 12 februari 1963 worden afgerond in de Capitol-studio’s in Hollywood.

Op 25 maart 1963 wordt Surfin’ USA uitgebracht op het label Capitol Records (catalogusnummer T 1980). Naast de titelsong bevat de LP een mix van instrumentale en vocale nummers, waaronder Farmer’s Daughter, Misirlou, Stoked, Lonely Sea, Shut Down, Noble Surfer, Honky Tonk, Lana, Surf Jam, Let’s Go Trippin’ en Finders Keepers. Het album vangt de energie en sfeer van de surfmuziek die in die tijd enorm populair was in Californië en ver daarbuiten.

De impact van het album is onmiddellijk merkbaar. Op 4 mei 1963 komt Surfin’ USA binnen in de albumlijst van Billboard en klimt al snel naar de tweede plaats, waarmee het de doorbraak van The Beach Boys op nationaal niveau bevestigt. Dit succes levert de groep hun eerste gouden plaat op en verstevigt hun reputatie als de toonaangevende surfrockband van de jaren zestig.

Met Surfin’ USA zetten The Beach Boys een grote stap in hun muzikale ontwikkeling. De kenmerkende meerstemmige zang, pakkende melodieën en het virtuoze gitaarspel van Carl Wilson geven het album een tijdloos karakter. De invloed van de band wordt steeds groter, en het succes van dit album legt de basis voor hun verdere carrière, die hen uiteindelijk tot een van de meest legendarische bands in de popgeschiedenis zal maken.

In Nederland werd de single “Surfin’ U.S.A.” van The Beach Boys uitgebracht ook in 1963.

Greg Lake

Greg Lake was een sleutelfiguur in de wereld van progressieve rock en wordt herinnerd als een muzikant die zowel technisch begaafd als emotioneel expressief was. Zijn carrière kenmerkt zich door de manier waarop hij de grenzen van rockmuziek verlegde en invloeden van klassieke muziek en complexe composities in het genre bracht.

Bijdrage aan King Crimson

Greg Lake begon zijn muzikale reis als bassist en leadzanger van King Crimson, een band die vaak wordt gezien als een pionier van progressieve rock. Het album In the Court of the Crimson King (1969) wordt beschouwd als een mijlpaal in het genre, met nummers als “21st Century Schizoid Man” en het titelnummer. Lake’s krachtige stem en technisch verfijnde baswerk droegen bij aan het unieke geluid van de band.

Emerson, Lake & Palmer (ELP)

Na zijn vertrek bij King Crimson vormde Lake in 1970 ELP, een van de meest iconische progressieve rockbands van de jaren ’70. Het trio stond bekend om hun virtuoze muzikale vaardigheden en bombastische, symfonische aanpak. Albums zoals Tarkus en Brain Salad Surgery demonstreerden de experimenteerdrift van de band, waarbij invloeden van klassieke componisten als Bach en Mussorgsky werden gecombineerd met rockelementen. Hun liveoptredens, vaak gevuld met spectaculaire lichtshows en theatrale uitvoeringen, waren revolutionair in hun tijd.

Solo Carrière

Naast zijn werk met bands vond Lake succes als soloartiest. Zijn kerstnummer I Believe in Father Christmas (1975) werd een blijvende klassieker, waarin hij de commerciële en spirituele aspecten van Kerstmis op een introspectieve manier onderzoekt. Het lied toont zijn vermogen om introspectieve en poëtische teksten te combineren met rijke muzikale arrangementen.

Nalatenschap

Greg Lake’s vermogen om rockmuziek te combineren met klassieke invloeden en zijn nadruk op technische perfectie en emotionele expressie hebben hem een blijvende plaats gegeven in de muziekgeschiedenis. Zijn stem, vaak omschreven als warm en krachtig, blijft een herkenbaar kenmerk van zijn muziek. Hoewel hij in 2016 overleed, leeft zijn nalatenschap voort in de invloed die hij heeft gehad op artiesten binnen en buiten de progressieve rock.

Aretha Franklin

Aretha Franklin is de eerste vrouwelijke artiest in de Rock and Roll Hall of Fame
Op deze dag in de muziekgeschiedenis, 3 januari 1987, werd Aretha Franklin de eerste vrouw die werd opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame. Vanuit haar gospelroots in het Amerikaanse midwesten groeide “The Queen of Soul” uit tot een van de grootste sterren ter wereld. Ze behaalde maar liefst 100 noteringen in de R&B-hitlijst, 73 in de Billboard Hot 100, en 17 Top Tien-hits. Onder haar bekendste nummers zijn haar succesvolle cover van Otis Redding’s “Respect”, “(You Make Me Feel Like) A Natural Woman”, en “Chain of Fools”.

Franklin werd opgenomen tijdens de tweede jaarlijkse ceremonie van de Hall of Fame, naast andere muzikale pioniers zoals Marvin Gaye, Bo Diddley, Roy Orbison, en Muddy Waters.

John Paul Jones (03-01-1946)

John Paul Jones (geboren als John Baldwin op 3 januari 1946 in Londen) is een Engelse muzikant, componist en multi-instrumentalist die vooral bekend is als de bassist van de legendarische rockband Led Zeppelin. Hij speelde een cruciale rol in het geluid en de composities van de band en stond bekend om zijn veelzijdigheid. Jones was niet alleen de bassist, maar ook een getalenteerde toetsenist, violist en arrangeur.

Jones werd al op jonge leeftijd muzikaal gevormd en studeerde aan de Royal College of Music. Hij begon zijn carrière als sessiemuzikant en werkte samen met artiesten als The Rolling Stones, Jimmy Page (die later zijn bandpartner in Led Zeppelin zou worden) en Dusty Springfield. Zijn samenwerking met Page leidde tot de oprichting van Led Zeppelin in 1968, samen met Robert Plant (zang) en John Bonham (drums).

Jones was bekend om zijn technische vaardigheden en experimentele benadering van muziek. Hij bracht een breed scala aan instrumenten in de band, van toetsen en orgels tot mandolines en synthesizers, wat de band hielp om hun kenmerkende, eclectische geluid te ontwikkelen.

Grootste hit:

Hoewel Led Zeppelin vele iconische nummers heeft, wordt “Stairway to Heaven” (uit hun album Led Zeppelin IV, 1971) vaak beschouwd als hun grootste hit en een van de meest invloedrijke rocknummers aller tijden. Hoewel Jones niet het enige muzikale brein achter dit nummer was, speelde hij een belangrijke rol in de rijke muzikale laag van het nummer, vooral door zijn kenmerkende toetsenspel. Het nummer blijft een symbool van Led Zeppelin’s erfenis en is wereldwijd geliefd.

Naast “Stairway to Heaven” had Led Zeppelin talrijke andere hits, zoals “Whole Lotta Love”, “Kashmir”, “Immigrant Song”, en “Black Dog”, waarbij Jones altijd een centrale rol speelde in het creëren van de complexe muzikale structuren.

Na de ontbinding van Led Zeppelin in 1980 na de dood van drummer John Bonham, bleef John Paul Jones actief in de muziekwereld. Hij heeft solo-albums uitgebracht en samengewerkt met tal van andere artiesten, waaronder Them Crooked Vultures (samen met Josh Homme en Dave Grohl).

John Paul Jones wordt vaak geprezen als een van de grootste bassisten aller tijden.

Stephen Stills (03-01-1945)

Stephen Stills is een Amerikaanse muzikant, singer-songwriter en multi-instrumentalist, vooral bekend als lid van de invloedrijke rockgroepen Crosby, Stills, Nash & Young en Buffalo Springfield. Hij werd geboren op 3 januari 1945 in Dallas, Texas. Stills wordt beschouwd als een van de grootste en meest veelzijdige muzikanten uit de jaren ’60 en ’70 en heeft een blijvende invloed gehad op de rock- en folkrockmuziek.

Carrière en bijdragen:

  1. Buffalo Springfield (1966–1968): Stills was een van de oprichters van Buffalo Springfield, een band die belangrijk was voor de ontwikkeling van de rockmuziek in de jaren ’60. De band stond bekend om hun innovatieve geluid, dat folkrock, country, en psychedelische rock combineerde. Hun grootste hit was “For What It’s Worth”, een nummer dat vaak wordt geassocieerd met de politieke onrust van de jaren ’60. Stills’ virtuoze gitaarspel en songwriting waren sleutelcomponenten van het geluid van de band.
  2. Crosby, Stills, Nash & Young (CSNY) (1969–1970’s): Na de breuk van Buffalo Springfield vormde Stills samen met David Crosby (van The Byrds), Graham Nash (van The Hollies), en later Neil Young, de supergroep Crosby, Stills, Nash & Young. Dit collectief werd beroemd om zijn harmonieën en het politieke engagement in hun muziek. Het debuutalbum “Crosby, Stills & Nash” (1969) bevatte het iconische nummer “Suite: Judy Blue Eyes”, geschreven door Stills. Hun muziek behandelde vaak sociale kwesties, oorlog, en persoonlijke relaties. Het meest iconische werk van de groep is wellicht het album “Déjà Vu” (1970), dat zowel hun individualiteit als hun collectieve creativiteit tentoonstelt.
  3. Solo-carrière: Naast zijn werk met Buffalo Springfield en CSNY, had Stephen Stills een succesvolle solo-carrière. Zijn eerste soloalbum, “Stephen Stills” (1970), bevatte de hit “Love the One You’re With”, een van zijn bekendste nummers. Het album werd goed ontvangen en toonde zijn talent als songwriter en multi-instrumentalist.

Stijl en invloed:

Stills was niet alleen een briljante gitarist, maar ook een begenadigd toetsenist, bassist, en een emotioneel diepgaande songwriter. Zijn muziek varieerde van de introspectieve folkballads tot de meer elektrisch geladen rocknummers. Hij stond ook bekend om zijn complexe gitaararrangementen en virtuositeit. Stills’ werk is vaak doordrenkt met politieke en sociale thema’s, die het geluid van de jaren ’60 en ’70 weerspiegelen.

Zijn invloed op de ontwikkeling van folkrock en de bredere rockmuziek is immens, en hij wordt geprezen om zijn vermogen om zowel lyrisch als muzikaal complexiteit te combineren.

Belangrijkste hits:

  • “For What It’s Worth” (met Buffalo Springfield)
  • “Suite: Judy Blue Eyes” (met Crosby, Stills & Nash)
  • “Love the One You’re With” (solo)
  • “Woodstock” (met Crosby, Stills, Nash & Young)